S-11 Rijksbudget BUIG € 300.000, budgetneutraal (meerjarig)

Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. Het Rijk stelt jaarlijks een macrobudget vast dat volgens een vaste verdeelsystematiek onder de gemeenten wordt verdeeld. Dit budget wordt op meerdere momenten van het jaar bijgesteld.

Op basis van de meest recente prognose blijkt dat er sprake is van een overbesteding. Dit heeft meerdere oorzaken. Per 1 januari 2023 en 1 juli 2023 is het wettelijk minimum loon (WML) flink gestegen, waardoor de uitkeringen maandelijks hoger zijn. De grootste stijging was per 1 januari 2023 (10,15%) ten op zichte van 1 juli 2023 (3,13%). Daarnaast is er een hogere besteding voor de loonkostensubsidie ten opzichte van de begroting. Dit is overigens een gunstige ontwikkeling is, aangezien dit een bijdrage levert aan de uitstroom naar werk. De middelen voor de loonkostensubsidie worden jaarlijks achteraf, met terugwerkende kracht, vergoed aan de gemeente.

Daarentegen is de verwachting dat het definitieve Rijksbudget BUIG hoger wordt bijgesteld, omdat de doorwerking van de stijging van het wettelijk minimumloon nog niet was doorgevoerd in de voorlopige budgetten. Er is daarmee per saldo sprake van een budgettair neutraal effect in de begroting.